Automatische versnellingsbakken zijn tegenwoordig niet meer weg te denken. Toch is er een groot verschil tussen de populaire DSG en de CVT automaat. Beide bieden comfort, maar doen dat op een andere manier en met een ander soort techniek. Dat heeft invloed op het onderhoud, de betrouwbaarheid en de levensduur.

Hoe werkt een DSG automaat

Een DSG automaat, wat staat voor Direct Shift Gearbox, werkt met twee koppelingen: één voor de even en één voor de oneven versnellingen. Hierdoor kan de volgende versnelling al klaarstaan voordat de vorige is uitgeschakeld. Dat zorgt voor razendsnel en soepel schakelen, zonder schokken. Dit systeem wordt vaak gebruikt door merken als Volkswagen, Audi, Seat en Skoda.

De techniek is geavanceerd en biedt een sportief rijgevoel, maar juist die complexiteit zorgt ervoor dat de DSG gevoeliger is voor slijtage en vaker onderhoud nodig heeft.

Hoe werkt een CVT automaat

Een CVT, of Continu Variabele Transmissie, werkt heel anders. In plaats van vaste versnellingen gebruikt de CVT een systeem met twee poelies en een stalen riem of ketting. De overbrenging verandert continu, waardoor de motor altijd op het juiste toerental draait. Dat zorgt voor een stille en gelijkmatige rijervaring.

Deze techniek komt veel voor bij merken als Toyota, Nissan en Subaru. Het is eenvoudiger opgebouwd dan een DSG en daardoor vaak minder storingsgevoelig, al heeft de CVT een iets minder sportieve rijstijl.

Voor- en nadelen van DSG en CVT

Een DSG automaat schakelt snel, direct en efficiënt. Dat maakt rijden dynamischer en zuiniger, vooral bij hogere snelheden. Het nadeel is dat het systeem uit meer onderdelen bestaat die kunnen slijten, zoals de koppelingen en de mechatronic (het elektronische regelsysteem). Daardoor vraagt een DSG meer onderhoud en is de kans op storingen wat groter.

Een CVT automaat blinkt juist uit in rust en comfort. Doordat er geen vaste schakelmomenten zijn, rijdt de auto soepel en stil. Wel kan een CVT wat minder prettig reageren bij stevig optrekken en voelt het systeem minder direct aan. Bij verkeerd gebruik of achterstallig onderhoud kan bovendien de aandrijfriem sneller slijten.

Onderhoud van DSG en CVT automaten

Zowel DSG als CVT automaten hebben regelmatig onderhoud nodig om storingen te voorkomen. Het belangrijkste onderdeel daarvan is het verversen van de olie.

Bij een DSG automaat moet de olie meestal om de 60.000 kilometer worden vervangen. De olie zorgt niet alleen voor smering, maar ook voor de juiste werking van de koppelingen en hydraulische druk. Oude olie kan vervuiling en schade veroorzaken aan de mechatronic of koppelingen.

Een CVT automaat heeft doorgaans iets minder vaak olie verversing nodig, meestal tussen de 60.000 en 80.000 kilometer, afhankelijk van het automerk. Ook hier geldt dat vervuilde olie de werking van de transmissie nadelig beïnvloedt en op termijn dure reparaties kan veroorzaken.

In beide gevallen is het belangrijk om alleen de voorgeschreven transmissieolie te gebruiken. Een verkeerde olie kan ernstige schade veroorzaken.

Veelvoorkomende problemen bij DSG en CVT

Bij DSG automaten komen problemen met de koppelingen en de mechatronic regelmatig voor. Symptomen zijn schokkerig schakelen, haperingen bij lage snelheid of foutcodes in de boordcomputer.

Bij CVT automaten zijn veelvoorkomende klachten een zoemend geluid bij accelereren, slippen van de aandrijfriem of een trillerig rijgedrag bij optrekken. Deze problemen zijn vaak het gevolg van slijtage of vervuilde olie.

In beide gevallen geldt dat vroegtijdig onderhoud de levensduur van de automaat aanzienlijk verlengt.

Betrouwbaarheid en levensduur

Over het algemeen geldt dat een goed onderhouden CVT automaat betrouwbaarder is op de lange termijn, vooral bij rustig rijgedrag. De techniek is minder complex en daardoor minder gevoelig voor elektronische storingen.

Een DSG automaat presteert sportiever en reageert sneller, maar is afhankelijk van veel onderdelen die nauw samenwerken. Zodra één onderdeel niet goed functioneert, kan dat invloed hebben op de hele transmissie.

De levensduur van beide systemen verschilt per merk, maar gemiddeld geldt het volgende:

• Een goed onderhouden DSG automaat gaat ongeveer 200.000 tot 250.000 kilometer mee.
• Een CVT automaat haalt vaak 250.000 tot 300.000 kilometer, mits de olie op tijd wordt vervangen. 

Wat is uiteindelijk de beste keuze?

Er is geen goed of fout antwoord. Wie sportief en direct wil rijden, kiest vaak voor een DSG automaat. Wie comfort, rust en lage onderhoudskosten belangrijker vindt, heeft meer aan een CVT.

Belangrijker dan het type automaat is het onderhoud. Regelmatig de olie vervangen en tijdig laten controleren door een specialist, zoals SHM Transmissie, bepaalt uiteindelijk hoe lang uw automaat meegaat.